Hoe maak je desembrood?
In grote lijnen: mengen, kneden, eerste rijs, kort kneden (
'doorslaan'), vormen van het brood, tweede rijs, bakken. Als je wel
eens gistbrood hebt gemaakt, herken je de stappen. Je gebruikt alleen
een ander rijsmiddel, desem. Daardoor zijn de
rijstijden veel langer.
Met desem kan je alle soorten brood maken. Wit, bruin,
volkoren, met noten, met vijgen et cetera.
Wij maken er ook krentenwegge mee, met 65 gram (!) krenten per 100 gram meel.
En zelfs pizzadeeg.
Verse desem is makkelijk zelf te maken. De eerste keer meng je meel en
water en laat dat een ongeveer een week rijpen.
Daarna hou je elke keer als je bakt wat desem apart voor de volgende
keer, doet er vers meel en water bij, en een dag later heb je al weer
een nieuwe portie desem. Als je niet regelmatig bakt, is verse desem
dus niet zo handig. Het is maar een dag goed te houden (in de koelkast
tot een week).
Desem is ook kant-en-klaar te koop. Als vloeibaar concentraat of
gedroogd. Je vindt het (in Nederland) niet in de supermarkt, je zult
ervoor naar een molenwinkel moeten. Of online bestellen.
Probeer er eerst achter te komen waar het gemaakt is. Als de desem in
Duitsland is gemaakt,
is de waarschijnlijk nogal zuur. In Duitsland is compact en zuur
desembrood vrij populair.