<<logo bakker bert>>

Desembrood met gist

Desembrood is geen beschermde productnaam. De Warenwet beschrijft in het Broodbesluit alleen wat er in het brood moet zitten, niet hoe het is gemaakt. Als de bakker het verkoopt als desembrood, moet er wel desem in zitten, al is het maar een paar procent.
Desembrood is er daardoor in verschillende varianten: Het ene uiterste is brood dat gemaakt is met 100% desem, het andere uiterste is gistbrood waaraan desem is toegevoegd.

Desembrood met100% desem is duur om te maken. Omdat het deeg zo langzaam rijst, kan de bakkerij per dag minder broden maken. Terwijl de kosten voor machines, personeel en vervoer naar de winkel gelijk blijven.
Bij echt desembrood moet je niet verrast zijn als de bakker voor een klein brood (400 gram)  € 4 rekent.

Zo'n prijs is niet acceptabel voor de gemiddelde bakker en zeker niet voor de supermarkt, niemand koopt het.
Wat daarom gebruikelijk is: bakkersgist toevoegen aan het deeg. Daardoor rijst het deeg sneller en dat drukt de kostprijs.

Daarin zijn gradaties. Met een snufje gist help je de desem alleen een handje. Met meer gist rijst het net zo snel als gistbrood. Dat scheelt veel tijd. En werk, want de bakker hoeft zijn machines niet anders in ter stellen.
In dat geval maak je gistbrood met een zuurdesemsmaakje.

Je zou nog een stap verder kunnen gaan: gewoon gistbrood met, om het op desembrood te laten lijken, een lepeltje gedroogde desem door het deeg. Er zit desem in het brood, dus je mag het volgens de Warenwet verkopen als desembrood.

Gist moet als ingrediënt vermeld worden op het etiket van verpakt brood.  De ingrediënten staan in volgorde van hun hoeveelheid. Het maakt dus uit of desem voor gist wordt genoemd, of omgekeerd.


Zie ook het TV-programma 'Keuringsdienst van Waarde' over desembrood (14 juli 2016).