<<logo bakker bert>>

Wat is desem?

Desem is een middel om brooddeeg te laten rijzen. Het is al duizenden jaren geleden ontdekt. In de Oudheid bestond de Nobelprijs nog niet, anders had de ontdekker van desem die vast gekregen. Brood bestond al langer, dat waren harde koeken. Met desem werd het ineens mogelijk om luchtig en makkelijk te verteren brood te maken.


Desem is niet meer dan een papje van meel en water. Meel zit van nature vol met micro-organismen. Onzichtbaar voor het blote oog. Daarbij kan je denken aan (onder andere) melkzuurbacteriën en allerlei soorten gist ('wilde gist'). Zonder water kunnen ze niets. Met water zijn ze actief. Ze knabbelen aan aan het zetmeel in de tarwe, breken het op in stukken. Zo maken ze het voor de mens beter verteerbaar. En al die brokstukken geven smaak.

Bij al dat werk maken ze gasbelletjes (koolzuurgas). De desem verandert in een paar dagen van een duf papje in een borrelend  schuim. Als je dat bij vers meel en water doet, het goed mengt (kneden), krijg je na een paar uur luchtig gerezen brooddeeg dat je in de oven kunt bakken.

Desem die je zelf maakt, pikt ook micro-organismen op uit de omgeving. De lucht zit vol met sporen van allerlei gisten. Desem die je in de keuken maakt, kan dus anders zijn dan desem van zolder.  Dat heeft weer invloed op het brood. Bakkers zijn daarom heel zuinig op hun desem. Een desem die goed verzorgd wordt (regelmatig nieuw meel en water) kan jaren oud worden. Er schijnt een desem te bestaan van meer dan 100 jaar.

desem

Fermentatie

Desem en brood zijn gefermenteerd meel. Fermentatie is een net woord voor rotten. Klinkt misschien vies, maar als je het onder controle houdt, krijg je allerlei lekkers. Veel van onze levenmiddelen zijn gefermenteerd. Dat maakt ze beter verteerbaar en/of verlengt de houdbaarheid. Voorbeelden: karnemelk, yoghurt, kefir, kaas,  bier, wijn, koffie, chocolade, zuurkool, ketjap, vissaus, azijn, tofu, olijven, droge worst.